Geschiedenis van yoga

Yoga wordt al duizenden jaren beoefend, oorspronkelijk vooral in India, Tibet en China. De yogatradities en -vormen die wij nu kennen, zijn beïnvloed door de verschillende cultuurstromen, tradities en opvattingen in deze landen. De geschiedenis van yoga is complex, maar we weten dat de verschillende yogascholen over verschillende zaken hetzelfde denken. Ze zijn van mening dat menselijk bewustzijn bestaat en dat onderzoek daarvan de mens grote wijsheid brengt en inzicht in de aard van de werkelijkheid. We weten ook dat yoga de gezondheid en het welzijn van mensen van alle leeftijden bevordert.

Aan het einde van de 20e eeuw nam de populariteit van yoga snel toe, doordat docenten uit het oosten (voornamelijk India) naar het westen kwamen om yoga te leren aan gewone mensen met een baan, een druk leven en een gezin. Ze realiseerden zich dat de oude yogamethoden een noodzakelijk tegenwicht vormden tegen de hectiek en de stress van de moderne maatschappij. Van de verschillende yogasoorten die er bestaan, werd hatha yoga het meest onderwezen. Deze vorm van yoga richt zich op de lichamelijke aspecten van yoga.

Nu, in de 21e eeuw, wordt yoga steeds populairder en vaak zelfs normaal gevonden. Yoga wordt over het algemeen meer door vrouwen dan door mannen beoefend (wat vreemd is, aangezien yoga vóór de tweede helft van de 20e eeuw voorbehouden was aan mannen en jongens). Prenatale yoga stijgt in populariteit, omdat het lichamelijke en geestelijke kracht geeft en de moeder in staat stelt om te ontspannen en contact te maken met haar ongeboren kind. Het ontstaan van kinder- en babyyoga is voornamelijk te danken aan de Amerikanen, die hun kinderen thuis en op school yoga gingen leren en toen merkten dat yoga het concentratievermogen van kinderen bevordert en hun energie helpt kanaliseren.